In een universitaire omgeving worden verschillende meningen als een verrijking beschouwd en zijn deze dus van harte welkom. In dat kader hieronder twee standpunten ten aanzien van de “verengelsing” van de opleidingswereld, ook op de UT, en ook bij WB.
Argumenten van de UT/WB
Wat je ziet in de huidige maatschappij is dat deze steeds sneller verandert. Mede voor het gebruik van informatietechnologie is het steeds makkelijker voor mensen om met elkaar in contact te komen op verschillende plekken in de wereld. Grenzen vervagen hierdoor en het werkveld van de ingenieur wordt steeds internationaler. Sommige alumni gaan voor korte of langere tijd bij een bedrijf in het buitenland werken om internationale ervaring op te doen. Anderen blijven liever wat dichter bij huis, maar krijgen hier ook te maken met Nederlandse vestigingen van internationale bedrijven, internationale klanten en collega’s of met internationale wet- en regelgeving.
Om onze studenten goed voor te bereiden op het leven en werken in een steeds internationaler wordende maatschappij willen we hier ook in de opleiding aandacht aan besteden. Het introduceren van het Engels als instructietaal is hier een onderdeel van. Studenten leren hiervoor communiceren op hun vakgebied in het Engels en daarnaast kunnen we door Engels als instructietaal te hanteren ook een plek bieden aan studenten uit andere delen van de wereld. Op dit moment is het percentage internationale studenten in zowel de bachelor als de master 25-30%, een mooi aantal wat de opleiding betreft. Om de integratie van de Nederlandse en internationale studenten te bevorderen verdelen we de internationale studenten over de projectgroepen. Daarnaast wordt een workshop over culturele verschillen aangeboden als onderdeel van de faculteits kick-in. Je ziet dat dit eigenlijk vanaf de introductie al prima verloopt en dat studenten veel van elkaar leren. En ook wij als staf doen nieuwe inzichten op.
Een derde onderdeel is (naast de Engelstaligheid en culturele integratie) de internationalisering van het curriculum. Bij module 2 en 3 die gaan over analyse en ontwerp van een zonne-energie installatie proberen we studenten te laten zien hoe de culturele setting (de installatie wordt ontworpen voor een ander land) van invloed kan zijn op het uiteindelijke ontwerp. Engelstaligheid is voor de opleiding geen doel op zich, maar een middel om internationalisering van de opleiding mogelijk te maken en onze studenten goed voor te bereiden op een veranderende arbeidsmarkt.
Kritische argumenten van twee Principia-alumni
Alumni hebben in hun opleiding geleerd om kritisch te zijn. Dit – gecombineerd met de nodige ervaring in de professionele wereld – heeft ertoe geleid dat wij ons soms een afwijkend standpunt permitteren.
Kwaliteit van de het onderwijs
Bij de voorbereiding van de Principia Master-Lunchlezing werd onlangs besloten om voor Nederlands te kiezen en niet voor Engels. Het doorslaggevende argument was dat het overdragen van ervaringen en vooral van belevingen (enthousiasme, motivatie, emotie) nu eenmaal beter gaat in je “moerstaal”.
Kennen we niet allemaal die hoorcolleges waar we grote moeite hadden om de docent te volgen? Wanneer je probeert je grenzen te verleggen moet je vaak op je tenen moet lopen. Wanneer dit in het Nederlands al moeilijk was, hoe zou dit dan gegaan zijn in het Engels?
Samenstelling studentenpopulatie
Op 8 maart 2018 stond in de Volkskrant dat het aantal buitenlandse studenten (nu 122.000) enorm stijgt, doordat we in Nederland steeds meer Engels als voertaal in het onderwijs gebruiken. Bij 10% van de opleidingen bedraagt het aantal buitenlandse studenten al meer dan de helft. En 70 studies bestaan al voor meer dan driekwart uit buitenlandse studenten. Aan de TU-Delft is het aantal buitenlandse aanmeldingen voor Technische Informatica zelfs zo hoog dat er een stop ingesteld is voor studenten van buiten de EU. De rector magnificus van de UVA wil niet dat haar collegezalen in de toekomst voor 80% bestaan uit buitenlandse studenten. Ook de TU –Delft vindt dat het aantal Nederlandse studenten in de bachelor opleiding minimaal de helft moet zijn.
Economische motieven
Voor elke student uit een EU-land ontvangt de UT 15,000 euro. Maar wat een studieplaats all-in kost, is ons niet bekend. De heer Freddy Weima, directeur van het Nuffic, beweert in de Volkskrant dat dit goed is voor de Nederlandse economie en voor de kwaliteit van het onderwijs. Wat de economie betreft zetten we daar vraagtekens bij. Wat de kwaliteit van het onderwijs (toch de primaire UT-taak) betreft zijn we – zoals hierboven uiteengezet – van tegengestelde mening.
En ik heb mijn Dubbels (Taschenbuch für den Maschinenbau uit 1966; ondertussen ook een nieuwere uitgave gekocht) nog in de kast staan!