Focus
In de winteruitgave 2017/2018 van het magazine voor alumni en relaties “Universiteit Twente”
Is te lezen dat er in de “Keuzegids Universiteiten” vier Twentse bachelor-opleidingen het predicaat “TOP-opleiding” kregen. Dat waren:
- Technische Natuurkunde
- Chemical Engineering
- Technical Computer Science
- De brede honours opleiding ATLAS
Ook de alumni van Principia zijn hier trots op, en het Principiabestuur feliciteer de UT-gemeenschap met deze mooie prestatie. Wel valt het op dat de opleiding in “ons” vak Werktuigbouwkunde in dit rijtje niet te vinden is, terwijl dat in het verleden wel het geval was.
Sven Kramer zei het al: “Kampioen worden is moeilijk, kampioen blijven is nog veel moeilijker”. We zijn nieuwsgierig naar de plannen die er toe moeten leiden dat “onze” WB-opleiding in de toekomst weer bij de beste gat behoren.
Tevens wordt in dit artikel uit de doeken gedaan dat de UT scherpe keuzes wil maken om beter bij te kunnen dragen aan een betere, duurzame wereld. Daarbij wordt gekozen voor vijf onderzoeksthema’s:
- intelligent manufacturing systems
- engineering our digital society
- smart materials
- engineering for a resilent (veerkrachtige) world
- healthcare by personalised technology
We hebben de indruk dat het WB-gehalte in deze onderwerpen behoorlijk is, en dat doet ons als WB-alumni veel deugd.
Omdat we denken te weten dat dit veel alumni interesseert, zouden we hier graag meer van weten: (a) wat zijn de concrete doelen? *) , en (b) hoe men die doelen denkt te bereiken? (strategie).
*)Kennedy: “Man-op-de-maan” .
WB: “TOP-opleiding” binnen 2 jaar?
UT-bestuur : “Nobelprijswinnaar binnen 5 jaar?????”
Reactie vanuit de opleiding
Op 10 december j.l. heeft de opleidingsvisitatie plaatsgevonden bij de Bachelor en Master opleiding van Werktuigbouwkunde (of Mechanical Engineering zoals deze tegenwoordig officieel heten).
Dit is een proces dat zich elke zes jaar herhaalt en waarbij de opleiding door een commissie van experts (WB inhoudelijk en experts op onderwijsgebied) wordt beoordeeld op 4 standaarden:
- De eindtermen van de opleiding (waartoe leiden we onze studenten op?)
- De leeromgeving (op welke manier doen we dit?)
- De toetsing (hoe meten we in welke mate dit gelukt is?)
- Het gerealiseerd eindniveau (wat is de kwaliteit van de output die we afleveren?)
Op basis van een zelf-evaluatie die de opleiding aanlevert en een visitatie-bezoek waarbij de commissie verschillende panels ondervraagt (o.a. management, docenten, studenten, alumni en examencommissie) wordt een oordeel over de opleiding geveld. Dit oordeel wordt naar de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie) gestuurd. Bij een voldoende oordeel wordt de opleiding opnieuw voor 6 jaar geaccrediteerd.
Het concept beoordelingsrapport van de opleidingsvisitatie is inmiddels binnen. Beide opleidingen (BSc en MSc) zijn als ‘goed’ beoordeeld, iets wat niet heel vaak voorkomt. Ter illustratie: in 2018 zijn in Nederland 9 WO BSc opleidingen en 14 WO MSc opleidingen als ‘goed’ beoordeeld.
Ten aanzien van de Bachelor opleiding was men vooral positief over het onderwijsmodel in de bachelor met het projectonderwijs als leidende onderwijsvorm, de leerlijnen (academische vaardigheden en inhoudelijk) die de samenhang binnen het programma versterken, de persoonlijke benadering naar studenten (‘open deur beleid’) en de hoge doorstroom naar de master.
Als punt van zorg werd de snelle groei van het aantal studenten genoemd en de toenemende druk op faciliteiten en verhoging van werkdruk van docenten als resultaat hiervan.
Ten aanzien van de Master opleiding was de commissie positief over de verbinding tussen het onderzoek in de departementen en onderwijs in de master en vooral over het hoge eindniveau van onze master afstudeerders. De commissie gaf aan onze afgestudeerden goed voorbereid te vinden voor een PhD of een carrière in het bedrijfsleven.
Een verbeterpunt ligt volgens de commissie vooral in de uitloop van studenten in de master. Veel studenten doen langer over hun master dan de twee jaar die ervoor staat. Soms is dit een bewuste keuze, soms niet. Hoe dan ook zal de opleiding hier iets aan moeten verbeteren.
Voor de komende jaren staan een aantal projecten in de planning om de kwaliteit van ons onderwijs te borgen en waar mogelijk verder te verbeteren.
Voor de bachelor is dit vooral gericht op het opvangen van het groeiende aantal studenten. Vorig jaar was er een instroom in het 1e jaar van 240 studenten (in plaats van de gebruikelijke 150). Voor komend studiejaar wordt eenzelfde aantal verwacht. Om het projectonderwijs inclusief de practica en prototype bouw op dezelfde manier te kunnen blijven doen is uitbreiding van de voorzieningen noodzakelijk. Aan de noordkant van het gebouw wordt een grote nieuwe werkplaatsvoorziening neergezet die hopelijk in 2020 klaar zal zijn voor ingebruikname. Tot die tijd wordt een tijdelijke extra voorziening ingericht aan de Achterhorst.
Daarnaast wordt druk gewerkt aan de vernieuwing van de master, waarbij nieuwe / andere specialisaties worden gedefinieerd die een sterkere link hebben met de hierboven genoemde onderzoeksthema’s en waaraan verschillende departementen bijdragen. Daarnaast richt de mastervernieuwing zich op de studeerbaarheid van de master, waarbij o.a. gekeken wordt naar geplande versus werkelijke/ervaren studielast, uitloop van stage en afstuderen en verbetering van het vakkenaanbod voor de februari-instroom.
Het faculteits- en opleidingsmanagement, docenten en ook studenten zijn hier met bovenstaande en andere initiatieven hard aan het werk om er samen iets moois van te maken. En als we hiermee een top opleiding worden, dan zijn we daar uiteraard erg blij mee.